Na een maand in Frankrijk rond te hebben gereden steken we door naar Italië. De zomervakantie is begonnen, de zon heet en de Italianen heetgebakerd. Het verslag van de tweede maand van onze camperreis: Italië!
Rittana, Finale Ligure & Stella
We rijden door de bergen Italië binnen en aan het eind van de middag parkeren we op een parkeerplaats in Stella, een piepklein dorpje waar we met open armen ontvangen worden. Toeristen hadden ze al een poos niet gezien. We worden een museum in geduwd, ‘doe de deur maar dicht als je klaar bent’ en worden daarna verwend op het enige terras wat het dorp heeft. In de avond eten we uitgebreid bij Bruno en hebben een stille nacht.
De volgende dag besluiten we dat we richting de kust willen. Finale Ligure moet charmant zijn, er is een camperplaats direct aan de kust, en het is niet ver rijden. Eenmaal daar schrikken we ons dood. Ja, de plek is mooi, maar er staan wel 50 bussen op bijna evenzoveel vierkante meter. Mensen legen hun chemisch toilet gewoon in de waterput en je deur kan bijna niet open zonder tegen je buren aan te slaan. De hond van de buren is alleen achtergelaten en blaft al uren. We twijfelen of we niet weggaan, maar het is al in de middag, we hebben trek en gaan toch maar wat eten.
Het dorpje is inderdaad leuk (en gezellig, want Italië speelt vanavond) maar ’s avonds ben ik al snel helemaal klaar met onze plek. Overal schreeuwende Italianen die 4 kinderen per camper hebben. Het is er een teringbende. Jochem heeft er niet zo’n moeite mee, maar ik krijg er bijna een paniekaanval van en ben meteen genezen van Italiaanse kustplaatsen.
De volgende ochtend kiezen we in Park4Night een plek in de bergen uit en beginnen aan de rit. De rit naar boven is nogal… spannend. Steil en smal is de weg en meer dan eens zitten we met samengeknepen billen in de stoelen. Als we hier een tegenligger tegenkomen of een bocht niet kunnen maken hebben we een probleem. Jochem rost de camper echter redelijk koelbloedig naar boven en opgelucht stappen we boven op de berg uit, het is een prachtige plek.
Maar oh, karma, het blijkt een plek te zijn waar Italianen in het weekend graag komen om te picknicken en te feesten. Nadat we weg wilden van het drukke strand wordt er hier een verjaardag gevierd op de berg, compleet met DJ en soundsysteem. If you can’t beat them, join them, dus we besluiten maar eens een kijkje te gaan nemen. Goede keuze. We krijgen bier en gin in de handen gedrukt en een van ons moet uiteindelijk naar huis gedragen worden. Ik zeg niet wie. We blijven nog maar een nacht om bij te komen en gaan dan door naar Genua.
Genua
We gaan op een leuke stadscamping staan, nemen de verkeerde trein naar de stad en komen er dan toch uiteindelijk aan. Jochem is jarig, dus we zoeken een leuk restaurantje voor de lunch, gaan naar het aquarium en drinken veel borrels. Genua is een mooie stad en nog niet ondergelopen door het toerisme, waardoor het nog redelijk authentiek Italiaans is. We puffen wat af in de plotselinge warmte, maar bezoeken ook nog het park naast de camping, wat zeer de moeite waard is.
Lucca
Door naar Lucca. Daar kiezen we een agriturismo, en die is zo leuk dat we er een week blijven staan. Ai Linchi wordt gerund door Andrea en z’n vader die ontzettend hartelijk zijn. Het zwembad is heerlijk, het ontbijt nog beter en we besluiten lekker wat rust te nemen. We bekijken Lucca op ons dooie gemak en vieren de EK overwinning mee. Corona lijkt even heel ver weg in het gedruis en we vermaken ons prima.
We doen een wijnproeverij bij de wijngaard van Andrea’s neef en die is fantastisch. We krijgen 7 volle wijnglazen met 4 gangen eten voor maar 30 euro per persoon. Koopje, en ontzettend leuk.
Siena & Montepulciano
In Siena kiezen we voor een camping met zwembad. We zijn niet gemaakt voor de hitte. Op de weg erheen ontsnappen we ternauwernood aan een flinke kop-staart, met dank aan de altijd beroerd chauffeurerende Italianen. Gelukkig is Jochem wel een alerte rijder. Op de camping is het voor het eerst echt klooien met de oprijblokken. De grond is zo ongelijk dat het een paar pogingen kost en we dan nog steeds niet recht staan, maar soit. Als we daarna de overbuurman zijn bumper eraf zien rijden door een wegschietend blok schenken we maar een wijntje in.
Siena is, uiteraard, prachtig. We bezoeken de kathedraal (mooier komen ze niet), komen per ongeluk bij de beste broodjeszaak van de stad terecht (Alimentari Du Cose Da Berna), komen per ongeluk in een kloostertuin terecht waar we helemaal niet mogen komen en eten een hoop ijsjes.
In Montepulciano regent het, maar we klimmen naar boven en kiezen een barretje uit voor een wijnproeverij. We lopen een rondje, lunchen veel te uitgebreid bij Ristorante degli Archi en slaan (uiteraard) wijn in. We slapen op de camperplaats naast het busstation en rijden de volgende dag weer door.
Lago d’Iseo
We hebben zin in bergen en besluiten ’terug’ naar noord Italië te rijden. Como en Garda lijken ons een beetje te druk en we kiezen daardoor voor een kleiner meer, Iseo. Het kleine campinkje waar we terecht komen is ontzettend leuk. We staan direct aan het water, er is een niet onverdienstelijk restaurantje en een hoop rust. We doen weinig anders dan luieren in de zon en een beetje zwemmen. We zijn er al snel achter dat de camping eigenlijk gerund wordt door een soort F-side van bejaarden die de dienst uitmaken en daar vermaken wij ons weer mee.
We kanoën een ochtend naar Monte Isola dat midden in het meer ligt en wat iets meer moeite kost dan voorzien. Als we na een paar uur terugkomen bij onze expeditie opblaaskano, blijkt het rubber door de zon zo uiteengezet dat het door de voering heen gekomen is. Stuk, maar niet lek. We besluiten de gok maar te nemen en er toch mee terug te roeien. We komen echt niet terug met dat ding op onze nek. Met de spullen in een waterdichte zak vastgebonden aan de boot komen we zonder ongelukken thuis, maar erg blij zijn we niet.
Aan het einde van de week begint het te regenen, en na een fikse nachtelijke onweersbui en nog een dag regen pakken we alles in. Op naar Oostenrijk!
Trins, Oostenrijk.
Het is eigenlijk maar een korte rit naar Oostenrijk. We stoppen net over de grens en onder Innsbruck op een prachtige camperplaats. Voor een tientje per nacht staan we onderaan een berg, bij een riviertje. We trekken de wandelschoenen weer aan en hiken naar boven, waar we bij een waterval uitkomen. Onderweg naar beneden komen we langs een horde loslopende koeien en dan is het feest weer compleet.
’s Avonds verlenen we onderdak aan een Nederlandse jongen die van Groningen naar Rome fietst. Het giet van de regen en hij had zich vergist- de camperplek is geen camping en hij durft z’n tent niet op de zetten. Hij staat al anderhalf uur te dubben wat te doen. Hij zit bij ons tot het droog is en zet dan na wat overredingskracht zijn tentje op achter onze camper. Probleem opgelost.
Grens controles: 0
Gereden kilometers: 1490
Volgende maand: Oostenrijk!
1 comment
Weer leuk geschreven.